Bij K.B. van
23 juli 1947, No. 24, benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willems-Orde
wegens:
"Heeft zich in de strijd
door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden
door:
1e. In de nacht van 14 op
15 Juni 1942 nabij de Franse kust ter hoogte van Calais als commandant
van Onze motortorpedoboot 203, welke boot met twee Britse motortorpedoboten
in flottilleverband opereerde onder een Britse Commandant, op zeer bekwame,
gedurfde wijze en met succes een vijandelijk convooi nabij Calais aan te
vallen en met slechts lichte schade aan zijn eigen boot op zijn basis terug
te keren;
2e. In de nacht van 4 op
5 Juli 1943 als commandant van een flottille motortorpedoboten, bestaande
uit Onze motortorpedoboten 235 en 240 en een Britse motortorpedoboot, in
het Nauw van Calais in samenwerking met de zware 35 centimeter Britse batterijen
van Dover, op zeer bekwame wijze twee vijandelijke, zeer zwaar bewapende
torpedobootjagers, welke op doortocht door het kanaal waren, aan te vallen;
3e. In de nacht van 26 op
27 September 1943, wederom nabij de Franse kust als Oudste Officier van
de ge Britse Motortorpedobootflottille, waarbij hij zelf het bevel voerde
over de Nederlandse flottil]e motortorpedoboten, bestaande uit Onze Motortorpedoboten
202, 204 en 231, een zwaar geëscorteerde vijandelijke koopvaarder,
welke trachtte het kanaal door te komen, op hoogst beleidvolle wijze zeer
dicht onder de zwaar door de vijand verdedigde Franse kust, onder vijandelijk
vuur, te benaderen en met succes aan te vallen, tengevolge van welke actie
dit vijandelijk schip vermoedelijk tot zinken is gebracht."
|
|